forked from HoGentTIN/bachproef-gids
-
Notifications
You must be signed in to change notification settings - Fork 0
/
Copy pathvoorbereiding.tex
101 lines (70 loc) · 9.24 KB
/
voorbereiding.tex
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
\chapter{Voorbereiding: een werkomgeving opzetten}
\label{ch:voorbereiding}
In dit hoofdstuk behandelen we het opstarten van het werk aan een bachelorproef. Je vindt er enkele aanbevelingen over te gebruiken tools en het onderzoeksproces.
\section{Gebruik van {\LaTeX}}
\label{sec:gebruik-van-latex}
De meeste studenten zijn gewend om opgemaakte tekst met een klassieke tekstverwerker (typisch MS Word) te schrijven. Voor je bachelorproef is het aangewezen om hier van af te stappen.
Word, zeker met het standaardsjabloon, geeft een layout die niet geschikt is voor publicatie. Eens de lengte en complexiteit van een Word-document toenemen (en bij een eindwerk is dat zeker het geval), krijg je te maken met inconsistenties in de layout van je tekst, paginanummering en slecht gepositioneerde afbeeldingen.
Wanneer je tekst kopieert vanuit een ander (voorbereidend) document of vanuit een website, wordt de oorspronkelijke layout overgenomen. Als die niet consistent is met deze van je hoofddocument, moet je alles gaan aanpassen.
Een klassieke tekstverwerker die gebaseerd is op het WYSIWYG-principe\footnote{\emph{What You See Is What You Get}, zoals je wellicht weet}, laat je toe om tot in de puntjes te bepalen waar tekst op het papier terecht komt, maar in dit geval is dat te veel vrijheid. Een strakke en professionele vormgeving is een specialiteit die een grote aandacht voor vaak pietluttige details vraagt. Als informaticus hebben wij niet de nodige kennis om dit te realiseren. Wanneer je een significant deel van de tijd bezig bent met het vormgeven van je document, word je bovendien afgeleid van de kern van de zaak: de inhoud van de tekst!
Een ander nadeel van de klassieke tekstverwerker is het binaire bestandsformaat. Dit maakt het onmogelijk om een document in een versiebeheersysteem te steken (zie Sectie~\ref{sec:versiebeheersysteem}). Al gauw gaan er verschillende versies van het document naast elkaar leven: `bachproef 3.docx', `bachproef 5 30 maart.docx', `final draft.docx', `final draft na feedback.docx', `final final draft.docx' \dots. Je hebt versies op je laptop, op dropbox, op je vaste pc en in je mailbox. Op de duur is het overzicht zoek, vergeet je stukken tekst over te nemen of maak je andere fouten.
Voor het opmaken van een lange tekst met een professionele en strakke vormgeving is {\LaTeX} een aanrader. Zoals je weet is dit een \emph{tekstzetsysteem} met een markuptaal (zoals HTML) die gespecialiseerd is in het op papier zetten van tekst. Je schrijft broncode in {\LaTeX} markup, een `compiler' genereert een PDF. {\LaTeX} is tekstgebaseerd, dus je kan dit in een versiebeheersysteem steken.
{\LaTeX} heeft wel enkele nadelen. Er is een niet te onderschatten leercurve, en zolang je vasthoudt aan de gewoonten die je overgehouden hebt aan het werken met een tekstverwerker, doet {\LaTeX} niet altijd wat je verwacht. Maar je moet de meeste inspanning leveren in het begin, om {\LaTeX} onder de knie te krijgen. Bij het schrijven van een bachelorproef met een tekstverwerker heb je het meeste werk op het einde, om alle onvolkomenheden, inconsistenties en fouten in de vormgeving weg te werken. Op dat moment heb je daar meestal niet veel tijd meer voor, want de deadline nadert. Het gevolg is meestal een document dat onvoldoende afgewerkt is en er heel onprofessioneel uitziet voor de lezer.
In de rest van deze gids gaan we er van uit dat je {\LaTeX} gebruikt. Het is niet de bedoeling dat dit een {\LaTeX} handleiding wordt, daarvoor zijn er voldoende andere bronnen beschikbaar~\parencite{Oetiker2015}.
Je kan een {\LaTeX}-sjabloon voor het opmaken van de bachelorproef vinden op de Github repository \url{https://github.com/HoGentTIN/bachproef-latex-sjabloon}. Via de groene knop rechtsboven kan je het sjabloon downloaden. De repository klonen of een fork aanmaken is niet aan te raden, de historiek van het sjabloon is niet relevant voor jouw werk.
\begin{framed}
Het is verplicht de vooropgestelde layout, structuur, kleurenpallet, fonts en alle andere opmaak van de template te gebruiken.Het niet naleven van de template resulteert in het onontvankelijk verklaren van uw bachelorproef.
\end{framed}
%% TODO:
% Installeren
% - MikTeX
% - LaTeX editor
\section{Bibliografische databank}
\label{sec:bibliografische-databank}
Een vast onderdeel van een bachelorproef is het voeren van een literatuurstudie om je in te werken in het onderzoeksdomein (zie Hoofdstuk~\ref{ch:literatuuronderzoek}). Het is belangrijk om goed bij te houden wat je allemaal leest, zodat je bij het schrijven van de inleiding kan verwijzen naar je bronnen. Het verwijzen naar bronnen en opmaken van een bibliografie moet op een strakke, strikt vastgelegde manier gebeuren. Dit is iets dat je niet manueel hoeft te doen, er bestaan verschillende softwarepakketten die dit grotendeels automatiseren: bibliografische databanken.
Een bibliografische databank laat je toe metadata over de gelezen werken gestructureerd bij te houden: titel, auteur, jaartal, en dergelijke, maar ook (aanklikbare) URLs, PDFs van artikels, nota's, enz.
Er zijn verschillende mogelijkheden, maar JabRef is wellicht de interessantste. JabRef (\url{http://www.jabref.org/}) is een open source bibliografische databank geschreven in Java en bij uitstek geschikt voor het werken met {\LaTeX}. Het gebruikt als bestandsformaat hetzelfde als Bib{\TeX}, het in {\LaTeX} ingebouwde systeem voor bibliografieën.
Na installeren pas je best volgende instellingen aan:
\begin{itemize}
\item File > Switch to BibLaTeX Mode
\item Options > Preferences
\begin{itemize}
\item General: Date form: `yyyy-MM-dd' (standaard is met punten).
\item File: Main file directory. Stel dit in op de directory waar je al je PDFs van gelezen artikels gaat bijhouden. Dit maakt het makkelijk om vanuit JabRef vanaf het record van een artikel door te klikken naar de PDF.
\item External programs: hier kan je eventueel verwijzen naar je {\LaTeX} editor.
\end{itemize}
\end{itemize}
\subsection{APA stijl}
APA is een stijl die afkomstig is van de American Psychological Association (APA). Het is de belangrijkste standaard voor de sociale wetenschappen. De officiële handleiding van de APA-stijl is erg uitgebreid en kan daardoor onhandig in het gebruik zijn. Indien je gebruik maakt van BibTex of Biber staat alles al in de correcte stijl.
\begin{framed}
Het is verplicht de APA stijl te gebruiken met betrekking tot het verwijzen naar bronnen, het opstellen van de literatuurlijst en het gebruik van afkortingen.
\end{framed}
\section{Versiebeheersysteem}
\label{sec:versiebeheersysteem}
Aan een informaticus hoeven hopelijk de voordelen van een versiebeheersysteem niet uitgelegd te worden? Gebruik altijd een versiebeheersysteem zoals Git om je werk bij te houden. Creëer ook een Github repository. Dit is enerzijds een goed backupsysteem (mits je regelmatig synchroniseert met Github), en anderzijds laat het je toe om je werk te delen met je promotor. Eén van de eigenschappen van een versiebeheer is dat het bij uitstek ontworpen is om wijzigingen in \emph{tekstbestanden} op te volgen. Binaire bestandsformaten zoals documenten van een klassieke tekstverwerker zijn hiervoor niet geschikt, wat een extra motivatie is voor het gebruik van \LaTeX{}.
Volgende zaken horen zeker thuis in je repository:
\begin{itemize}
\item \LaTeX{}-broncode van de bachelorproef.
\item in te voegen afbeeldingen.
\item broncode van zelf geschreven scripts, benchmarks, experimenten, proof-of-concepts, enz. Dit maakt dat je experimenten makkelijker te reproduceren en te valideren zijn door derden.
\item ruwe resultaten experimenten (in tekstformaat, bv CSV), transcripties van interviews, enz.
\item losse nota's
\end{itemize}
Kortom, \emph{alle} artefacten die resulteren uit je onderzoek horen thuis in de repository. Voor werkdocumenten waar je opgemaakte tekst wenst, maar waarvoor \LaTeX{} overkill is gebruik je Markdown\footnote{\url{https://guides.github.com/features/mastering-markdown/}}.
Wat hoort \emph{niet} thuis in je repository:
\begin{itemize}
\item Hulpbestanden aangemaakt bij het compileren van \LaTeX{}. Je kan ervoor zorgen dat deze niet in een repository opgenomen worden door een \texttt{.gitignore}-bestand aan te maken\footnote{Bijvoorbeeld \url{https://github.com/github/gitignore/blob/master/TeX.gitignore}}. Het \LaTeX{}-sjabloon voor de bachelorproef is al goed ingesteld.
\item Grote (binaire) bestanden zoals ISO's, virtuele machines (bv. .ova), enz.
\item PDFs van de artikels/ebooks die je gelezen hebt (dit wordt beschouwd als ``herdistribueren'' en mag niet onder de auteurswetgeving).
\item Binaire bestanden die vaak veranderen
\item Bestanden die automatisch gegenereerd worden uit code in Git, bv. gecompileerde code.
\end{itemize}
Een versiebeheersysteem wordt pas echt nuttig als je het goed gebruikt. Commit dus zo vaak mogelijk, schrijf duidelijke commit-boodschappen en synchroniseer regelmatig met Github!
\section{Samenvatting}
\label{sec:voorbereiding-samenvatting}
De kernpunten van dit hoofdstuk zijn:
\begin{itemize}
\item Schrijf je tekst in {\LaTeX} in plaats van een klassieke tekstverwerker voor een strakke, professionele opmaak;
\item Gebruik een \emph{reference manager} voor het bijhouden van een bibliografische databank (JabRef is aanbevolen).
\item Gebruik een versiebeheersysteem om al je werk in op te slaan (Git is aanbevolen);
\end{itemize}